Het leven van een varken

Voordat een varken bij jou op je bord belandt als schnitzel of plakje ham, verhuist een varken een paar keer tijdens zijn leven. We zetten ze hier op een rijtje!

1. Het fokbedrijf

De route van ‘big naar bord’ begint bij een mama (zeug) en papa (beer) varken. Alle mannetjesbiggetjes, die bij het fokbedrijf geboren worden gaan naar een vleesvarkensstal of een vleesvarkensbedrijf.

De sterkste vrouwtjesbiggen gaan naar een vermeerderingsbedrijf om daar gezond op te groeien. Deze dames worden dan later zélf de moeders van biggetjes.

2. De dekstal

In de dekstal mogen de zeugen en de beer lekker aan elkaar snuffelen. De zeugen worden in de dekstal gedekt, een ander woord voor zwanger maken. Dat gebeurt meestal kunstmatig. Het sperma van het mannetjesvarken wordt apart opgevangen en met een slangetje in de zeug gebracht. De beer loopt alleen maar langs de rij met vrouwtjes. Hij snuffelt wat en maakt kennis met de dames.

3. De dragende zeugenstal

De zeugen die zwanger zijn van de biggen verhuizen naar de dragende zeugenstal. Dat is een stal waar het heel rustig is. De zeugen zijn allemaal zwanger en kunnen wel wat rust gebruiken. Ze moeten veel rust hebben en goed eten om de biggetjes gezond in hun buik te laten groeien. Hiervoor krijgen ze speciaal voer met extra vezels om gezond en blij te blijven. Ze kunnen hier ook lekker rondlopen en rustig liggen en eten wanneer ze willen.

4. De kraamstal

Een paar dagen voordat de biggetjes geboren worden (dit noem je werpen) gaat de zeug naar de kraamstal. De zeug bevalt in een speciaal hok, waarin de zeug bij haar eigen biggetjes kan zijn. In het hok is voldoende voer aanwezig. Ook is er een warmtelamp voor de kleine biggetjes. zo hebben ze het lekker warm!

Biggetjes drinken eerst bij hun moeder. De eerste melk die ze krijgen van hun moeder noemen we biest. Naast de moedermelk krijgen de biggetjes ook speciaal voer voor jonge biggetjes, meel of vloeibaar voer. Als ze 28 dagen oud zijn, gaan ze over op biggenvoer in de vorm van korrels. De biggetjes blijven in de kraamstal totdat ze 28 dagen oud zijn dan gaan ze naar de vleesvarkensstal.

5. De vleesvarkensstal

Als de biggen ongeveer 10 weken zijn en 25 kilo wegen verhuizen ze naar de vleesvarkensstal. Hier groeien ze verder op. In de vleesvarkensstal worden meestal de beren (jongens) van de zeugen (meisjes) gescheiden. Ze krijgen gezond en voedzaam voer met allemaal natuurlijke grondstoffen, zoals bijvoorbeeld granen. Want alleen gezonde varkens geven later een lekker stukje vlees! Varkens eten ook restproducten, zoals aardappelschillen en restjes van bakkers.

6. De slachterij

Als de varkens volwassen zijn, wegen ze 120 kilo. Als de varkens zwaar genoeg zijn gaan ze naar de slacht. Elk stukje van het varken wordt gebruikt. De mooie stukken vlees gaan naar de slager. De huid wordt gebruikt voor schoenen en tassen. Maar wist je ook dat er delen van varkens worden gebruikt voor drop? Of bier? Er wordt letterlijk geen stukje van het varken weggegooid!

Lees meer over de verschillende keurmerken voor varkensvlees.

7. Niet alleen voor het vlees

Toch worden varkens niet alleen gehouden voor het vlees. Zo worden van varkensbotten lijm gemaakt en het vet wordt gebruikt voor shampoo en bodylotion. De organen worden gebruikt voor medicijnen en varkensharen weer voor borstels. Zo gaat er eigenlijk niets verloren van het varken.

Meer dan alleen vlees

Bron: NVV


Test je kennis

Vaak moet je bij je spreekbeurt ook vragen stellen aan de klas. Hier kan je je kennis testen. De leukste vragen kan je meenemen in je eigen spreekbeurt.